Algemene programmadoelstelling
Utrecht wil voor al haar inwoners een prettige stad zijn om in te leven. Herkomst, sociaaleconomische status, opleidingsniveau, handicap of beperking, geaardheid of geloofsovertuiging mag daarin geen belemmering zijn. De gemeente streeft ernaar dat íedereen mee kan doen en de kans krijgt om zijn talenten en kwaliteiten te ontwikkelen. Kwetsbare bewoners, bij wie dit niet vanzelf gaat, mogen rekenen op toegankelijke ondersteuning en zorg.
Afgelopen jaar is geïnvesteerd in de versterking van de sociale basis om volwassenen, jongeren en kinderen te helpen stevig in het leven te staan. Hoe beter de basisvoorzieningen zijn, des te beter bewoners zichzelf kunnen redden en des te minder zorg ze nodig hebben. Zo is in 2019 een volgende stap gezet in de versterking van de sociale basis ten behoeve van ‘de beweging naar voren’. Daarin is onder meer volop ingezet op de ondersteuning van vrijwilligerswerk, bewonersinitiatieven, eenzaamheid, toegankelijkheid en mantelzorg. Daarnaast is er veel aandacht geweest voor de samenwerking tussen de sociale basis, basiszorg en aanvullende zorg zodat partijen elkaar nog eerder en beter weten te vinden.
Die samenwerking is essentieel, zeker aangezien we het beroep op de Wmo voorzieningen zien toenemen. Meer mensen komen bij het buurtteam, en ook het aantal cliënten dat aanvullende zorg nodig heeft, neemt toe. Hiervoor is geen directe oorzaak aan te wijzen. Aspecten die meespelen zijn divers: de stad groeit en vergrijst, mensen met een ondersteuningsvraag blijven langer thuis wonen, de ambulantisering in de GGZ-behandeling, maar ook de lagere drempel vanwege de eigen bijdrage die is verlaagd door invoering van een abonnementstarief in plaats van een inkomensafhankelijke bijdrage. Ook hierin zien wij wel de beweging naar voren. Er meer mensen zijn die deelnemen aan arbeidsmatige activering en maken zo de stap te kunnen naar (vrijwilligers)werk. Het aantal mensen dat deelneemt aan dagbegeleiding groeit, waarmee een opname in een verpleeghuis wordt voorkomen of uitgesteld, en de ambulantisering in beschermd wonen. Keerzijde is dat deze groei en krapte op de arbeidsmarkt, met name op gebied van de hulp bij het huishouden, maakt dat wachttijden en wachtlijsten toenemen. Dit is dan ook onderwerp van gesprek met de aanbieders van zorg en ondersteuning en met het rijk.
2019 was de start van de nieuwe contractperiode voor het sociaal makelaarschap, voor informatie advies en onafhankelijke cliëntondersteuning en de buurtteams. Ook hier is gewerkt aan de vernieuwde samenwerking met het doel om de ‘beweging naar voren’ te realiseren. Wij zetten daarbij in op het organiseren van de zorg en ondersteuning zo nabij mogelijk, het sturen op samenwerking in de wijk en in de keten tussen de formele en informele zorg en bewonersinitiatieven en het sociaal en medisch domein.
2019 was ook een jaar dat in het teken stond van het inkooptraject van de aanvullende zorg Wmo. Belangrijke criteria in dit inkooptraject waren de invulling van de samenwerking met verschillende (zorg)partners buurt om samen te vernieuwen of te versterken en de bereidheid om daarbij voort te bouwen op wat de afgelopen jaren al is gerealiseerd. Vele consultatiebijeenkomsten, nota’s van inlichtingen, consensusbesprekingen verder heeft dat voor zeven vormen van die aanvullende zorg geleid tot het contracteren van al dan niet nieuwe samenwerkingspartners per 2020 voor een contractperiode van maximaal negen jaar. Met deze gecontracteerde partijen zetten we gezamenlijk een volgende stap in de transformatie naar zorg dichtbij en op maat zodat kwetsbare Utrechters zo vitaal mogelijk mee kunnen doen in stad en regio. De inzet van ervaringsdeskundigheid en mantelzorgers tijdens het beoordelingstraject waren hiervoor heel waardevol. Zie voor meer informatie over het inkooptraject en het resultaat ook de raadsbrief.
Een belangrijk middel om de kwaliteit te meten zijn de ervaringen van de cliënten. Met onze samenwerkingspartners onder aanbieders en cliënten hebben wij de Ervaringwijzer ontwikkeld als alternatief voor de landelijk verplichte vragenlijst. In 2019 hebben wij met partners verder gewerkt aan de ontwikkeling van dit instrument. Net als in 2018 zijn er studenten ingezet om het instrument te toetsen en aanbevelingen te doen voor verbetering. Hoewel het instrument steeds beter wordt ingezet, hebben wij in 2019 onvoldoende resultaten opgehaald om in deze verantwoording op te nemen.
Dit is het laatst jaar waarin over het programma Maatschappelijke Ondersteuning in deze vorm wordt verantwoord. Vanaf 2020 wordt over deze activiteiten verantwoord binnen de programma’s Ondersteuning op Maat (met Zorg voor Jeugd) en Samenleven en Sport. Dit is daarmee ook de laatste keer dat wij verantwoorden met effect- en prestatie-indicatoren. In de nieuwe opzet zullen wij inzicht geven in de trends op de stelselindicatoren ‘bereik’, ‘wachttijd’ en ‘kwaliteit’. In de Voortgangsrapportage 2019 en uitvoeringsagenda 2020, die wij separaat naar de Raad sturen, zullen wij dieper ingaan op de resultaten en de stelselindicatoren.
Verplichte BBV Indicatoren
Om een eenduidig beeld te vormen over de beleidsresultaten van de gemeente en gemeenten onderling te kunnen vergelijken is er een aantal wettelijke verplichte indicatoren bij de programma’s opgenomen.
Indicator | Eenheid | Bron | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Cliënten met een maatwerk-arrangement WMO | Aantal per 10.000 inwoners | Gemeentelijke monitor sociaal domein | 5,1 | 5,1 | 5,2 | 6,3 |
Meerjarig overzicht per prestatiedoelstelling
x € 1.000 | ||||||
Omschrijving | Actuele | Realisatie | Actuele | Realisatie | Actuele | |
16-1-1-1 | Basisvoorzieningen | -33.044 | -31.984 | -35.646 | -35.041 | -36.404 |
Buurtteams Sociaal | -21.678 | -21.544 | -21.946 | -21.556 | -23.176 | |
16-1-1-2 | ||||||
16-1-1-3 | Aanvullende ondersteuning | -40.885 | -41.077 | -44.696 | -47.468 | -47.523 |
Centrumgemeentetaken | -106.625 | -106.362 | -122.466 | -116.341 | -121.931 | |
16-1-1-4 | ||||||
Totaal | -202.231 | -200.967 | -224.754 | -220.406 | -229.034 |
Bovenstaande tabellen geven een overzicht van het saldo van baten en lasten per prestatiedoelstelling voor het hele programma weer.