Programmadoelstelling
Algemene middelen en onvoorzien gaat over de financiële middelen die nog geen bepaald bestedingsdoel hebben. Het zijn middelen waaruit de doelen van alle andere programma’s bekostigd worden.
De algemene middelen worden betrokken bij het financiële beeld van de voorjaarsnota. Het betreft:
- gemeentelijke belastingen;
- ontvangen uitkeringen uit het Gemeentefonds;
- het resultaat op langlopende leningen en dividenden;
- algemene stelposten die nog te verdelen zijn over de beleidsprogramma's;
- de stelpost budgetstructuur Leidsche Rijn;
- een stelpost voor onvoorziene kosten die niet anders kunnen worden gedekt.
x € 1.000 | |||||||
Actuele | Realisatie 2018 | Nominale | Actuele | Realisatie 2019 | Verschil | Actuele | |
Baten | |||||||
Langlopende geldleningen | 660 | 4.132 | 545 | 545 | 2.417 | 1.872 | 430 |
Dividenden | 2.796 | 2.938 | 1.296 | 1.346 | 2.478 | 1.132 | 1.346 |
Onroerendezaakbelasting | 97.997 | 97.832 | 102.027 | 99.927 | 108.266 | 8.339 | 99.865 |
Precario-, toeristen- en hondenbelasting | 4.115 | 4.122 | 4.752 | 4.626 | 5.309 | 683 | 4.626 |
Uitkering gemeentefonds | 695.006 | 687.970 | 708.157 | 749.446 | 743.239 | -6.207 | 773.060 |
Algemene stelposten | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.492 | 1.492 | 0 |
Totaal Baten | 800.574 | 796.993 | 816.777 | 855.890 | 863.201 | 7.311 | 879.327 |
Lasten | |||||||
Langlopende geldleningen | -2.536 | 474 | -3.735 | -3.021 | -876 | -2.144 | -3.816 |
Budgetstructuur Leidsche Rijn | -3.128 | 0 | -1.063 | -2.643 | 0 | -2.643 | -1.610 |
Onroerendezaakbelasting | 5.250 | 5.495 | 5.245 | 5.285 | 6.895 | -1.609 | 5.367 |
Precario-, toeristen- en hondenbelasting | 282 | 315 | 283 | 285 | 315 | -30 | 290 |
Algemene stelposten | 4.633 | 280 | 3.883 | 1.315 | 250 | 1.065 | 3.505 |
Onvoorzien | 159 | 2 | 159 | 159 | 0 | 159 | 159 |
Uitkering gemeentefonds | 0 | 0 | 0 | 0 | -2.000 | 2.000 | 0 |
Totaal Lasten | 4.659 | 6.566 | 4.773 | 1.380 | 4.583 | -3.203 | 3.896 |
Saldo baten en lasten | 795.915 | 790.427 | 812.004 | 854.510 | 858.618 | 4.108 | 875.431 |
Mutaties reserves | |||||||
Toevoeging reserves | 28.274 | 28.274 | 17.824 | 43.806 | 43.806 | 0 | 16.873 |
Onttrekking reserves | 45.721 | 45.721 | 48.185 | 47.995 | 47.995 | 0 | 64.900 |
Saldo na mutaties reserves | 813.362 | 807.875 | 842.365 | 858.699 | 862.807 | 4.108 | 923.458 |
Financiële toelichting
Hierna lichten wij per onderdeel de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe.
Onroerendezaakbelasting
De baten zijn 8,339 miljoen euro hoger dan begroot, voornamelijk door een hoger areaal dan begroot bij de niet-woningen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen.
Precario- toeristen- en hondenbelasting
De opbrengsten precario-, toeristen- en hondenbelasting vielen 0,683 miljoen euro hoger uit dan begroot. Het grootste deel daarvan, namelijk 0,638 miljoen euro, is te verklaren door een hogere opbrengst toeristenbelasting ten opzichte van de begroting 2019 en ontvangsten uit oude jaren. Ook de opbrengsten van de hondenbelasting en de precariobelasting vielen hoger uit dan begroot. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen.
Uitkering gemeentefonds
De realisatie van de baten uitkering gemeentefonds in 2019 is lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door:
- In 2019 valt het accres lager uit. Dit komt vooral doordat het Rijk in 2019 naar verwachting minder uitgeeft dan eerder geraamd. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat besloten is om het investeringsritme van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Defensie aan te passen, door extra uitgaven in het Pensioenakkoord en door kasschuiven op de Rijksbegroting.
- De ontwikkeling van het BTW-compensatiefonds (BCF) en het bijbehorende plafond leiden sinds 2015 tot een toename of afname van de algemene uitkering. Mutaties op het accres leiden tot overeenkomstige mutaties op het plafond van het BTW-compensatiefonds. De ruimte onder het plafond is voor het jaar 2019 ten opzichte van de raming van de septembercirculaire 2018 afgenomen. De daling van de ruimte onder het plafond wordt voornamelijk veroorzaakt doordat gemeenten en provincies meer zijn gaan declareren bij het BTW-compensatiefonds.
De realisatie van de lagere lasten van de uitkering gemeentefonds in 2019 is bedoeld als hogere baten uitkering gemeentefonds.
Langlopende geldleningen
De baten zijn 1,872 miljoen euro hoger dan begroot. Dit wordt door de volgende posten veroorzaakt:
- 0,378 miljoen euro lagere baten uit verstrekte kredietovereenkomsten;
- 1,824 miljoen euro hogere baten vanwege negatieve rente op aan swaps gekoppelde geldleningen. Deze post dient te worden bezien in relatie tot onderstaand nadeel op rentelasten voor langlopende leningen;
- 0,322 miljoen euro hogere baten vanwege negatieve rente op kortlopend opgenomen geldleningen;
- 0,104 miljoen euro hogere baten uit een incidentele afrekening van belastingrente naar aanleiding van belastingaanslagen 2012-2017.
De lasten zijn 2,144 miljoen euro hoger dan begroot. Dit wordt door de volgende posten veroorzaakt:
- 0,825 miljoen euro hoger dan geraamde rentelasten op langlopende leningen; zie ook opmerking hierboven;
- 1,200 miljoen euro lagere lasten vanwege negatieve rente op kortlopend opgenomen geldleningen;
- 0,032 miljoen euro hogere lasten uit een incidentele afrekening van belastingrente naar aanleiding van belastingaanslagen 2016-2019;
- 2,486 miljoen hogere lasten door lagere toerekening van interne rente. Dat komt doordat de boekwaarde van activa waaraan rente kan worden toegerekend lager is uitgevallen dan verwacht.
Dividenden
De baten zijn 1,132 miljoen euro hoger dan begroot. Dit komt voornamelijk door een beter dan verwacht jaarresultaat over 2018 van BNG Bank. Hierdoor viel de in 2019 te ontvangen winstuitkering 1,275 miljoen eurohoger uit dan verwacht. De winstuitkering van Vitens was daarentegen 0,143 miljoen euro lager dan geraamd.
Dit voordeel was reeds gemeld bij de tussentijdse bestuursrapportage.
Algemene stelposten
Baten
De niet begrote bate van 1,492 miljoen euro op de algemene stelposten betreft WMO vervoer. De gemeente heeft in het verleden alle btw op de kosten voor het WMO vervoer als kostprijsverhogend geboekt. Voor het WMO vervoer is de gemeente echter btw-ondernemer. De gemeente heeft in 2019 hiervoor succesvol bezwaar gemaakt bij de Belastingdienst. Het bedrag betreft de btw op de kosten vanaf 2013 door de Belastingdienst geretourneerd.
Van de begrote lasten op de algemene stelposten resteert een bedrag van 1,065 miljoen euro. Het betreft:
- Een verschil van 0,597 miljoen euro tussen vooraf gereserveerde en werkelijk benodigde middelen voor stijging van lonen en materiële kosten in 2019. Tussen de twee begrotingsmomenten is de cao voor gemeenteambtenaren afgesloten.
- Restanten van afgewikkelde stelposten communicatie en overhead uit voorgaande jaren van in totaal 0,468 miljoen euro.
Lasten
Met ingang van 2016 is de gemeente belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (Vpb).
Voor deze belasting en de benodigde advieskosten ten behoeve van de implementatie is vanaf 2016 een jaarlijkse stelpost begroot van 0,250 miljoen euro. Dit bedrag is als nog te betalen in de jaarrekeningen opgenomen.
Inmiddels is duidelijk geworden dat in ieder geval de activiteit bedrijfsafval Vpb-plichtig is, dit is jaarlijks een bedrag van circa 0,020 miljoen euro.
Voor één andere activiteit, reclame in de buitenruimte, heeft de gemeente nog geen zekerheid over de belastingplicht. De discussie over de belastingplicht over deze activiteit speelt landelijk. Het bedrag van de heffing van deze activiteit, is op basis van de huidige inschatting circa 0,500 miljoen euro zijn.
Dit maakt dat de gemeente jaarlijks naar verwachting minimaal 0,020 miljoen euro tot maximaal ongeveer 0,520 miljoen euro aan Vpb dient te betalen.
Stelpost onvoorzien
Het budget voor onvoorziene algemene kosten van 0,159 miljoen euro is in 2019 niet aangewend en kan vrijvallen.
Stelpost budgetstructuur Leidsche Rijn
Op deze stelpost werd tot en met 2018 jaarlijks aan de hand van de groei van Leidsche Rijn budget opgebouwd ter dekking van kapitaallasten en overige eigenaarslasten van maatschappelijke voorzieningen in Leidsche Rijn. De meeste voorzieningen zijn inmiddels gereed of in aanbouw. Hetzelfde geldt voor nog in te richten openbare ruimte in verschillende gebieden in Leidsche Rijn. De ruimte die jaarlijks in de begroting ontstaat als gevolg van de groei van de stad bestemmen wij voor uitgaven in verband met de groei van de stad. Hiervoor hanteren wij vanaf 2019 een nieuw groeikader conform besluit bij Voorjaarsnota 2018. Om ervoor te zorgen dat Leidsche Rijn kan worden afgebouwd blijft de frictie doorlopen in het nieuwe groeikader. Op het moment dat een voorziening in gebruik wordt genomen, komt het benodigde budget ten laste van deze stelpost. Doordat de opbouw van de stelpost (op basis van inwonerstoename) tijdelijk achter blijft bij de aanwending ervan (voor in gebruik genomen maatschappelijke voorzieningen en openbare ruimte), is tot en met 2019 een nadelig verschil ontstaan van 2,643 miljoen euro.
Dit verschil bestaat uit de volgende posten:
| -1,112 miljoen euro |
| 1 miljoen euro |
| -0,046 miljoen euro |
| -0,451 miljoen euro |
| -0,042 miljoen euro |
| -0,454 miljoen euro |
| 0,587 miljoen euro |
| -0,951 miljoen euro |
Hiermee is het nadelige verschil ultimo 2019: -2,643 miljoen euro
Met de nadelige verschillen is rekening gehouden in de reserve budgetstructuur Leidsche Rijn. Het verschil wordt jaarlijks verrekend met deze reserve.