Algemeen
De invoering van de Omgevingswet komt steeds dichterbij. De gemeente is al enige tijd aan de slag om zich voor te bereiden op het werken met andere instrumenten (omgevingsvisie, omgevingsplan, programma) en de bijbehorende digitale opgave. Met de invoering van de Omgevingswet wordt ook een aantal rijksregels (de zogeheten ‘bruidsschat’) gedecentraliseerd naar gemeenten, zodat meer vrijheid en meer inhoudelijke verantwoordelijkheid ontstaat bij lokale besluitvorming. Nieuwe regels en nieuwe instrumenten hebben uiteraard gevolgen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Bij de Omgevingswet hoort een goede digitale ondersteuning. Dat is het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Digitale informatie over de leefomgeving is straks op één plek te vinden: in het Omgevingsloket. Via dit loket kan iedereen snel zien wat mag en wat niet kan volgens de Omgevingswet. Gemeenten moeten zelf zorgen en bekostigen dat ze hun eigen systemen goed aansluiten op deze landelijke voorziening van het stelsel. Dit Omgevingsloket moet door gemeenten zelf worden gevuld met informatie (data).
In 2019 is wat betreft de nieuwe wettelijke instrumenten en de bijbehorende digitale opgave het fundament klaar gezet:
- Squit2020 is beschikbaar en wordt ingericht zodat hiermee, als de Omgevingswet in werking treedt op 1 januari 2021, ook live kan worden gegaan. Squit2020 is een nieuw vergunningensysteem dat in de geest van de Omgevingswet kan worden gebruikt.
- Eind 2019 is de geactualiseerde versie van de Omgevingsvisie Utrecht vastgesteld.
- Er is een strategie bepaald voor het vormgeven en vullen van het omgevingsplan. Dit is het plan waar alle bestemmingsplanregels, regels uit lokale verordeningen en de bruidsschat samenkomen. Deze aanpak doen we zoveel als mogelijk activiteitgericht met multidisciplinaire teams uit de gehele organisatie. Het doel is om de regels begrijpelijk te maken en makkelijk vindbaar zodat de dienstverlening verbetert.
- Er is een analyse gemaakt welke regels uit de bruidsschat nodig en nuttig zijn voor de gemeente en welke niet. Dit wordt in samenwerking gedaan met omgevingsdiensten en regio-gemeenten.
Bestemmingsplannen
In 2016 is de gemeente Utrecht aangewezen als experimenteergemeente op grond van de Crisis- en herstelwet. Dit betekent dat wij, tot op zekere hoogte, mogen anticiperen op en experimenteren met de Omgevingswet die op 1 januari 2021 in werking treedt. In 2018 is de actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen al vervallen. Het gevolg is dat de actualisering flexibel kan worden opgepakt zonder risico op legesderving. In 2018 is gestart met de beheersverordeningen in de stad beleidsneutraal om te zetten in bestemmingsplannen, zodat wij op een eenvoudige wijze stapsgewijs een omgevingsplan voor de hele stad kunnen maken. Bij deze actualisering wordt zoveel mogelijk gewerkt met regels die uniform toegepast kunnen worden in de gehele stad, waardoor het aantal uitzonderingen verminderd. Bovendien houdt de actualisering al rekening met de terminologie van de Omgevingswet.
Ontwikkel- en actualiseringsbestemmingsplannen in 2019
Voor ruimtelijke ontwikkelingen die niet passen in een bestaand bestemmingsplan wordt een ontwikkelbestemmingsplan opgesteld. Deze ontwikkelingen worden soms geïnitieerd door de gemeente zelf, maar meestal door initiatieven van ontwikkelaars, woningbouwcorporaties en particuliere investeerders.
Er is in 2019 aan 45 plannen gewerkt. Dit waren 38 ontwikkelbestemmingsplannen en zeven actualiseringsbestemmingsplannen. Van deze plannen zijn er acht bestemmingsplannen vastgesteld en er zijn elf bestemmingsplannen onherroepelijk geworden.
Door de stikstofcrisis, die eind mei 2019 is ontstaan door een uitspraak van de Raad van State, zijn dit er minder dan voorafgaande jaren. Veel ontwikkelbestemmingsplannen zijn door de stikstofcrisis vertraagd, maar de procedures zijn eind 2019 weer op gang gekomen doordat er een rekentool voor stikstofdepositie beschikbaar is gekomen.
Nog één bestemmingsplan ligt voor beroep bij de Raad van State, dat is bestemmingsplan Lage Weide. De overige bestemmingsplannen bevinden zich in verschillende stadia, deze zijn net gestart of er is een ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Voorbeelden hiervan zijn Veldhuizen, Kop Beurskwartier, 2e Daalsedijk, Vrouwjuttenhof, Strijkviertelpark.
Vastgestelde plannen in 2019:
- Opaalweg, Amethistweg, Tolsteeg
- Dorpsplein Vleuten
- AcademieTien Leidsche Rijn Centrum Oost
- Bijleveldweg 14
- Actualisering diverse gebieden 2019
- Bijleveldweg 16
- Vleutensevaart 100
- Verkabeling hoogspanningsverbinding Rijnvliet Strijkviertel
Nog lopende plannen eind 2019 bij de Raad van State:
- Lage Weide
Onherroepelijk geworden plannen in 2019:
- HOV-baan Dichterswijk
- Overvecht Noordelijke stadsrand, 1e herziening
- Hotel Helling 3, Rotsoord Tolsteeeg
- Bartóklaan, Schönberglaan, Oog in Al
- NPD Strook
- Casino Winthontlaan 8-10, Merwedekanaalzone
- Wijzigingsplan Wilhelminapark, Buiten- Wittevrouwen, Prinsesselaan 20
- Opaalweg, Amethistweg, Tolsteeg
- Dorpsplein Vleuten
- AcademieTien, Leidsche Rijn Centrum Oost
- Actualisering Leidsche Rijn, 1e herziening
Planschade
Er zijn vijftien planschadezaken afgehandeld in 2019. Dit betreft onder andere planschadezaken met betrekking tot het 24 Oktoberplein, Smakkelaarsveld en Haarzicht. Eind 2019 zijn er 10 lopende aanvragen om planschade, waarvan vier zaken die in de bezwaar- of beroepsfase zitten.
Voorbereidingsbesluiten
Om ongewenste planologische ontwikkelingen in een gebied te voorkomen, omdat het bestaande bestemmingsplan ontwikkelruimte biedt die niet past in de toekomstvisie voor het gebied, kan de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit nemen. In 2019 zijn er drie voorbereidingsbesluiten genomen namelijk Kanaleneiland Zuid, Dromedaris, Merwedekanaalzone en Cartesiusweg en omgeving.
M.e.r.-beoordelingen
Voordat een bestemmingsplan in procedure kan, is vaak een m.e.r.-beoordeling
nodig. In een MER-beoordeling kijkt de gemeente of een project mogelijk belangrijke nadelige milieugevolgen heeft. Als dat zo is, moet een MER-procedure worden doorlopen. In een MER-procedure worden de milieugevolgen nader onderzocht. Er wordt bekeken of er alternatieve invullingen voor een project mogelijk zijn waarbij milieugevolgen zoveel mogelijk beperkt kunnen worden.
Bij de meeste ontwikkelbestemmingsplannen vindt een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling plaats. In 2019 waren dat er 20.
Kwaliteit openbare ruimte
We hebben in 2019 aan een aanpassing van het beleid op spelen in de openbare ruimte gewerkt, waarin het vergroenen van speelplekken wordt verankerd. Speelplekken dagen uit tot bewegen, bevorderen de motorische oefening en nodigen uit tot ontmoeting van kinderen en ouders. Speelplekken kunnen ook bijdragen aan groen dichtbij, klimaatadaptatie en biodiversiteit; hiervoor hebben we gewerkt aan een checklist voor groene speelplekken.
Eerst is de meest achterstallige inhoud van het handboek Openbare Ruimte bijgewerkt, vooral op het vlak van verhardingen, straatmeubilair en verlichting. Daarna zijn er voor verhardingen nieuwe materiaalkeuzes onderzocht, geformuleerd en afgestemd. In deze materiaalkeuzes zijn de ambities voor klimaatadaptatie en circulair verwerkt. Voor alle losse delen van het huidige handboek is één nieuw interactief document ontwikkeld. In dit document zijn de ruimtelijke hoofdstructuur en de kwaliteitsniveaus van de Kadernota Kwaliteit Openbare Ruimte herkenbaar. In de eerste helft van het komende jaar worden de leidende principes voor het inrichten van de openbare ruimte verder uitgewerkt. Daarnaast wordt alle verzamelde en ontwikkelde inhoud ondergebracht in het interactieve document: het nieuwe Handboek.