De gemeente Utrecht sluit het jaar 2019 af met een voordelig gerealiseerd totaalsaldo van baten en lasten van 82,300 miljoen euro. Een groot deel van dit per saldo voordelige resultaat is opgebouwd uit de voordelen op de programma's Stedelijke ontwikkeling, Duurzaamheid, Werk en inkomen, Onderwijs en Jeugd. Ook op de programma’s Bewoners en Bestuur, Bereikbaarheid, Economie, Maatschappelijke Ondersteuning, Volksgezondheid, Cultuur, Sport en Algemene Middelen is een positief resultaat behaald. Een nadeel werd behaald op de programma's Openbare ruimte en groen, Veiligheid, Utrechts Vastgoed en op de Overhead. Bij de eerste bestuursrapportage 2020 doen wij voorstellen voor de inzet van het resultaat.
Bewoners en bestuur
Het programma Bewoners & Bestuur heeft een positief resultaat van 0,113 miljoen euro. De belangrijkste oorzaken zijn:
- Een positief saldo van 0,2 miljoen euro op het VNG contributie budget in verband met afsluiten van het frictiebudget Leidsche Rijn.
- Bij het Initiatievenfonds is er sprake van een onderbesteding van 0,253 miljoen euro.
- In de Voorjaarsnota 2019 is voor de viering Utrecht 900 jaar stadsrechten een incidenteel budget van 0,200 miljoen euro toegekend. Dit bedrag is vrijgemaakt voor het maken van een inhoudelijk plan en de financiële uitwerking. Omdat de uitvoeringskosten niet synchroon lopen met de jaarsnede van het toegekende incidentele budget, wordt er voorgesteld om het niet uitgegeven deel van 0,139 miljoen euro middels een bestedingsvoorstel door te schuiven naar 2020.
- Een nadeel van 0,695 miljoen euro vanwege de gemaakte kosten in verband met het organiseren van drie verkiezingen (de Provinciale- en waterschapverkiezing in maart en de verkiezing voor het Europees parlement in mei 2019)
- Een nadeel 0,636 miljoen euro door de opgetreden daling in aantal aangevraagde reisdocumenten vanwege de wijziging geldigheidsduur van vijf naar tien jaar
- Een voordeel van 0,379 miljoen euro door een voordeel op overige betaalde producten van Burgerzaken (0,125 miljoen euro), Klant Contact Centrum (0,104 miljoen euro), Publieksdienstverlening (0,114 miljoen euro), en Het Utrechts Archief (0,037 miljoen euro).
- Overige incidentele voordelen van 0,473 miljoen euro.
Stedelijke Ontwikkeling
Het programma Stedelijke Ontwikkeling heeft een voordelig resultaat van 47,0 miljoen euro (55,6 miljoen euro lagere lasten en 8,6 miljoen euro lagere baten).
Het resultaat op de grondexploitatie Leidsche Rijn is 26,8 miljoen euro voordelig: de tussentijdse winstneming bedraagt 22,4 miljoen euro, de bestemmingsreserve Geluidswal Woerden van 3 miljoen euro is vrijgevallen, er is een uitkering van 1,2 miljoen euro ontvangen van de GEM Vleuterweide en er is 0,3 miljoen euro voordeel op twee anterieure overeenkomsten. Het resultaat op de grondexploitatie Stationsgebied is 13,9 miljoen euro voordelig. Dit betreft de activering van de fietsenstalling aan het Stationsplein Oost (10,7 miljoen euro) en het geprognosticeerd eindsaldo van de geactualiseerde grondexploitatie (3,2 miljoen euro). De binnenstedelijke grondexploitaties hebben per saldo een nadelig resultaat van 2,9 miljoen euro. Vooruitlopend op nog te openen grondexploitaties zijn kosten gemaakt (5,2 miljoen euro) en er is een storting gedaan aan de voorziening negatieve grondexploitaties (1,4 miljoen euro). Hier tegenover staat de tussentijdse winstneming (2,9 miljoen euro) en een positief resultaat op de afgesloten grondexploitaties (0,8 miljoen euro).
Het resultaat op conversies erfpacht en bestemmingswijzigingen is 1,6 miljoen euro voordelig. Dit voordeel bestaat vooral uit extra opbrengsten uit de Conversieregeling Erfpacht 2017 en uit de meerwaarde uit bestemmingswijzigingen op de sociale woningbouw, die ontvangen is van de woningcorporaties. Daarnaast is er een voordelig resultaat van 1,1 miljoen euro op erfpachtbeheer. Dit komt vooral door de gedeeltelijke vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren en door de herziening van een aantal substantiële erfpachtovereenkomsten. Tot slot heeft de verkoop van een voormalig onderwijsgebouw ruim 1,7 miljoen euro opgeleverd.
Er is een onderbesteding van 2,9 miljoen euro op de begrote lasten voor projecten uit de investeringsagenda RSU. Voor het merendeel van de projecten geldt, dat de voorbereiding van de uitvoering in 2019 is opgepakt, maar dat de beschikbare middelen in 2020 of verspreid over de komende jaren worden besteed.
Het resultaat op Wonen is 1,4 miljoen euro voordelig. De baten zijn 1,1 miljoen euro hoger dan begroot door niet begrote rentebaten op startersleningen en door de gedeeltelijke vrijval van de voorziening woonruimteonttrekking (in plaats van de begrote onttrekking aan de reserve woonruimteonttrekking van 0,35 miljoen euro). De lasten zijn 0,7 miljoen euro lager dan begroot, doordat er minder bijdragen zijn verstrekt uit de stimuleringsregeling woningbouwproductie.
De lasten voor de invoering van de Omgevingswet zijn 0,6 miljoen euro lager dan begroot. De aansluiting van Utrecht op het Digitaal Stelsel Omgevingswet is opnieuw opgeschoven, waardoor de geraamde kosten voor het vullen en testen niet zijn gemaakt.
Duurzaamheid
Het programma Duurzaamheid heeft een voordelig totaalsaldo op de baten en lasten van 8,5 miljoen euro (8 miljoen euro lagere lasten en 0,5 miljoen euro lagere baten).
Het resultaat op de Bodemverontreiniging is 8,2 miljoen euro. Dit voordeel bestaat vooral uit de incidentele middelen die nog niet zijn besteed (7,6 miljoen euro). Dit betreffen de middelen die zijn toegekend voor de sanering Nedereindseplas, de vervangingsinvesteringen Griftpark en de sanering Lood in Oudwijk, waarvan de uitvoering grotendeels nog moet plaatsvinden. Ook het onderzoek Bestparc en de uitwerking van het loodbeleid lopen door in 2020. Daarnaast zijn de uitgaven voor onder andere het gebiedsplan en het project Lood in Lombok lager uitgevallen (0,6 miljoen euro).
Bij de overige onderdelen van het programma Duurzaamheid is een voordeel ontstaan van 0,3 miljoen euro. Dit heeft onder andere betrekking op de bekostiging van de subsidieregelingen waaronder, Maatschappelijk Vastgoed en Duurzaam monumentenadvies en Energieadvies aan Huis, die lager zijn uitgevallen dan begroot. Daarnaast wordt het onderzoek op de stresstesten naar hitte en droogte uitgevoerd in 2020.
Bereikbaarheid
Het programma Bereikbaarheid laat een voordelig totaalsaldo op de baten en de lasten zien van 2,514 miljoen euro. Dit betreft een afwijking van de begrote planning in het huidige jaar van meerjarige projecten en het resultaat op auto- en fietsparkeren.
In het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid (MPB) is de uitvoeringsplanning van de projecten over de verschillende jaren opgenomen, en deze wordt jaarlijks bij de voorjaarsnota geactualiseerd. Het meerjarenprogramma bereikbaarheid is een gesloten financieel systeem waarbij de resultaten worden verrekend met de reserve bereikbaarheid.
Als gevolg van de afwijkingen ten opzichte van de planning 2019 zijn de totale baten per saldo 10,9 miljoen euro lager, de lasten per saldo 30 miljoen euro lager en de onttrekkingen aan de reserves meerjarige investeringen bereikbaarheid en parkeren 16,6 miljoen euro lager dan begroot.
Het voordelig saldo op de lasten wordt onder andere veroorzaakt doordat
- Projecten zijn afgesloten met een voordelig resultaat op gemeentelijke middelen van 1,6 miljoen euro.
- Projecten zijn vertraagd waardoor er in 2019 minder is uitgegeven, zoals projecten mobiliteitsmanagement, luchtkwaliteit, OV en fiets- en voetgangersprojecten.
- De gemaakte kosten voor de busbaan Transwijk (Z80) zijn 10,8 miljoen euro lager. Hiertegenover staan ook lagere subsidiebaten.
- Het resultaat op parkeren is 1,7 miljoen euro lager. De belangrijkste verklaring is dat projecten bij straat- en fietsparkeren zijn vertraagd en dat de exploitatiekosten incidenteel lager zijn door vacatures parkeerhandhavers en minder uitbestede lasten.
Openbare Ruimte en Groen
Het programma Openbare Ruimte en Groen heeft een nadelig totaalsaldo op de baten en de lasten van 1,366 miljoen:
- 0,442 miljoen voordeel hogere baten
- 1,807 miljoen nadeel hogere lasten
De belangrijkste oorzaken van 0,442 miljoen voordeel hogere baten zijn:
- 1,386 miljoen voordeel prestatiedoelstelling 05-1-1-1 (vervangen en re-linen van vijf kilometer riolering) door hoger opbrengsten uit de rioolheffing als gevolg van afrekeningen grootverbruikers van voorgaande jaren en een hoger volume (in m3 grootverbruik en aantal aansluitingen) dan rekening mee gehouden is in de tariefopstelling 2019.
- 0,520 miljoen nadeel prestatiedoelstelling 05-2-1-3 (handhaven van de algemene regelgeving) door lagere opbrengsten voor de reclame in de openbare ruimte. In de tweede bestuursrapportage 2019 is aangegeven dat in de transitieperiode van het plaatsen van nieuwe haltevoorzieningen er voor de nieuwe exploitant tijdelijk verminderde exploitatiemogelijkheden zijn. Ook de latere eindoplevering van de reclamemast langs de A2 (model bijenhotel) heeft voor verminderde inkomsten gezorgd in 2019.
- 0,424 miljoen nadeel saldo diverse.
De belangrijkste oorzaken van 1,807 miljoen nadeel hogere lasten zijn:
- 1,045 miljoen voordeel prestatiedoelstelling 05-2-2-1 (ontwikkelen van een aantrekkelijke groen) door projecten waarvan de werkzaamheden in 2019 nog niet volledig zijn uitgevoerd en die een vervolg krijgen in komende jaren.
- 3,109 miljoen nadeel prestatiedoelstelling 05-2-3-1 (het afval ophalen en de infrastructuur) door:
- Hogere afvalwerkingskosten oud papier en PMD als gevolg van wegvallen Chinese markt en de geringe sorteercapaciteit in Nederland.
- Hogere afvalverwerkingskosten als gevolg van extra bezoeken bij de afvalscheidingsstations en hogere prijzen per afvalstroom.
- Hogere lasten voor personeel en materieel als gevolg van langere doorlooptijd implementatie van Het Nieuwe Inzamelen.
- Hogere lasten kwijtscheldingen op de aanslagen Afvalstoffenheffing met name over voorgaande jaren.
- 0,257 miljoen voordeel saldo diverse.
De belangrijkste ontwikkelingen in de afvalverwerkingskosten zijn toegelicht in de zienswijze op het tweede wijzigingsvoorstel van de begroting 2019 van de gemeenschappelijke regeling afval (AVU) en vastgesteld in de raadsvergadering van 21 november 2019.
Economie
Het resultaat op programma economie is 0,900 miljoen euro voordelig. De belangrijkste oorzaak hiervoor ligt in het Fonds Mismatch Arbeidsmarkt. In 2019 zijn in alle marktgroepen deals met werkgevers en onderwijsinstellingen uitgewerkt, dit heeft nog niet geleid tot toekenningen uit het Fonds. Daarnaast was er ook een onderbesteding op het Evenementenfonds.
Werk en Inkomen
Het resultaat van het programma Werk en Inkomen is 5,6 miljoen euro.
De voornaamste oorzaken hiervan zijn:
- De baten bij reintegratie zijn 0,666 miljoen euro hoger. Dit wordt voor 0,369 miljoen euro verklaard door de ontvangst van ESF subsidies voor pro-vso scholen.
- De lasten van reintegratie zijn 0,760 miljoen euro lager dan begroot. De belangrijkste posten binnen dit saldo zijn:
- De lasten die samenhangen met de hiervoor genoemde ESF-baten voor pro/vso scholen en aanpak jeugdwerkloosheid zijn 0,614 miljoen euro hoger.
- De lasten voor ESF zijn 0,290 miljoen hoger doordat het project een jaar langer heeft doorgelopen. In 2019 zijn hier nog geen baten voor ontvangen. Afrekening vindt eind 2020, begin 2021 plaats.
- Voor de opgave Werkbeweging is in 2019 1 miljoen euro beschikbaar. Hoewel we vooruitlopend op het vaststellen van de actieagenda (5 december 2019) zijn gestart is het budget in 2019 niet volledig uitgegeven. Hierdoor zijn de lasten 0,503 miljoen euro lager.
- De lasten op de re-integratieactiviteiten van het ondersteuningsmodel en daarmee samenhangende activiteiten zijn 0,980 miljoen euro lager. Dit wordt onder andere verklaard door lagere uitgaven voor het instrument Taal en Ondersteuning en de doorgaande lijn werk en taal. Verder zijn de uitgaven onder meer lager voor de werkgeversinstrumenten (zoals plusbonus), vakscholing/trajecten scholingsmakelaar. De uitgaven zijn onder andere hoger voor jobcoaching en de instrumenten die mede uit het revolverend fonds (onttrekking aan reserve van 1 miljoen euro) worden betaald.
Per saldo zijn de baten bij bijstand 2,415 miljoen euro hoger dan begroot. Belangrijke oorzaken hiervoor zijn:
- De definitieve buigbeschikking die in oktober 2019 is gepubliceerd was 1,3 miljoen euro hoger dan geprognotiseerd op basis van de informatie in maart 2019.
- We hebben incidenteel 0,6 miljoen euro ontvangen in verband met de BUIG 2015 rechtszaak. Dit bedrag is in december bekend gemaakt.
- De baten van het declaratiedeel BBZ zijn 0,6 miljoen euro meer dan begroot. Dit gaan we in 2020 begroten.
- De ontvangsten en verhaal hebben 0,5 miljoen lagere baten opgeleverd dan begroot.
De lasten bij armoedebeleid zijn 1,344 miljoen euro lager dan begroot. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn:
- De lasten van de actieagenda Utrecht Schuldenvrij zijn 0,415 miljoen lager dan begroot. Belangrijkste reden hiervoor is dat de actieagenda later in het jaar is gestart;
- De lasten van de Upas zijn 0,257 miljoen euro lager dan begroot. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door een onderbesteding op het jeugdbudget (0,739 miljoen euro). Het volwassenenbudget laat overigens wel een overbesteding zien (-0,461 miljoen euro).
Onderwijs
Het programma onderwijs heeft per saldo een voordelig resultaat van 6,980 miljoen euro. Hieronder wordt per doelstelling de verschillenanalyse gegeven.
1. Kwalitatief goed en gevarieerd onderwijshuisvestingsaanbod
1.1 Adequate onderwijshuisvesting
De baten zijn 1,126 miljoen euro hoger dan begroot. De hogere baten zijn het gevolg van een inkomensoverdracht overige overheden (afdracht in het kader van materiële instandhouding) en opbrengsten servicekosten.
De lasten zijn 5,033 miljoen euro lager dan begroot. De lagere lasten zijn het gevolg van lagere kapitaallasten, incidenteel lagere huurlasten en een vertraging in de uitvoering van het huisvestingsprogramma 2019.
1.2 Adequaat leerlingenvervoer
De lasten zijn 0,154 miljoen euro lager dan begroot. De lagere lasten zijn het gevolg van een lichte daling in het aantal aanvragen/leerlingen die gebruik maken van het leerlingenvervoer.
2. Kwalitatief goed onderwijs
2.1 Alle Utrechtse leerlingen van 0-12 jaar bereiden zich voor op het behalen van een startkwalificatie en ontwikkelen hun talenten
Cognitie 0-12 jaar
De lasten zijn 0,117 miljoen euro lager dan begroot. De lagere last is het gevolg van een incidenteel lagere subsidie verstrekking.
Zorg 0-12 jaar
De lasten zijn 0,270 miljoen euro lager dan begroot. De lagere last is het gevolg van een incidenteel lagere subsidie verstrekking.
Talentontwikkeling 0-12 jaar
Op deze activiteit zijn geen majeure afwijkingen toe te lichten.
Talentontwikkeling 0-12 jaar Cultuureducatie
De lasten zijn 0,228 miljoen euro hoger dan begroot. De hogere last is het gevolg van de transitie van het aanbod amateurkunsteducatie.
2.2 Alle Utrechtse leerlingen van 12-23 jaar behalen een startkwalificatie en ontwikkelen hun talenten
Cognitie 12-23 jaar
Op deze activiteit zijn geen majeure afwijkingen toe te lichten.
Zorg 12-23 jaar
De lasten zijn 0,272 miljoen euro lager dan begroot. De lagere last is het gevolg van een incidenteel lagere subsidie verstrekking.
Talentontwikkeling 12-23 jaar
De lasten zijn 0,157 miljoen euro lager dan begroot.
De lagere lasten zijn het gevolg van een incidenteel lagere subsidie verstrekking voor de combinatiefunctie en een incidentele lagere subsidie verstrekking voor het samenwerkingsverband. De combinatiefunctie wordt in 2020 ingevuld.
Schoolloopbaan 12-23 jaar
De lasten zijn 0,284 miljoen euro lager dan begroot. De lagere last zijn het gevolg van een incidenteel lagere kosten, omdat de werkzaamheden deels doorschuiven naar 2020. De werkzaamheden die nog uitgevoerd worden in 2020 hebben betrekking op het schrijven van het nieuwe regionale programma VSV/Schoolwerkt. Om dit proces te begeleiden en invulling te geven aan de regie rol wordt extra formatie ingehuurd. Naast de inzet van deze capaciteit wordt in het kader van de informatievoorziening ingezet op:
- het uitvoeren van de regionale monitor VSV/Schoolwerkt shooljaar 2018-2019. Deze monitor wordt ingezet als input voor het ontwikkelen van de nieuwe monitor.
- het aanpassen en vertalen van de nieuwe website regionaal programma VSV/Schoolwerkt.
- entree XL trajecten en een dilemmamanager.
3. Iedere Utrechter heeft vrije en laagdrempelige toegang tot media als bronnen van kennis en cultuur
3.1 Zoveel mogelijk Utrechters gebruiken de bibliotheek
Bibliotheek Utrecht
Op deze subdoelstelling zijn geen majeure afwijkingen toe te lichten.
Maatschappelijke ondersteuning
Het programma maatschappelijke ondersteuning heeft per saldo een voordelig resultaat van 4,347 miljoen euro. Hieronder wordt per doelstelling de verschillenanalyse gegeven.
Voor wat betreft de basisvoorzieningen is er per saldo een voordelig resultaat van 0,605 miljoen euro. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere lasten voor buurtnetwerken en wijkinformatiepunten en lagere lasten voor volwassen-educatie.
Op het buurtteam resteert er per saldo een bedrag van 0,390 miljoen euro. De buurtteamorganisatie is in de afgelopen subsidieperiode 2015-2018 elk jaar binnen het reguliere subsidieplafond gebleven. Er resteerde daarom eind 2018 een incidenteel surplus over deze periode. In overleg met de buurtteamorganisatie is dit surplus in 2019 incidenteel ingezet voor innovatie en ontwikkeling. Daardoor is een deel van het flexibel budget 2019 niet ingezet.
Op de aanvullende ondersteuning is er een nadeel. Deels door een groter aantal cliënten bij de wmo-begeleiding van 0,125 miljoen euro. Ook zijn de kosten voor de individuele verstrekkingen gestegen, hieraan is 2,415 miljoen euro maar aan uitgegeven.
Op de centrumgemeentetaken zijn de baten 1,2 miljoen euro hoger dan begroot, dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere eigen bijdrage van cliënten dan was voorzien. De lasten vallen 4,9 miljoen euro lager uit dan begroot. Dit wordt voor 3,0 miljoen veroorzaakt door lagere kosten voor Beschermd wonen. Verder zijn er incidenteel gelden terug ontvangen uit de periode 2015 t/m 2018 van 2,2 miljoen euro .Doordat er in 2019 grote delen van de WMO opnieuw zijn aanbesteed en er geen zekerheid was over welke aanbieders een nieuw contract zouden krijgen zijn er geen aanvullende innovatiemiddelen verstrekt hierdoor resteerde er 1,4 miljoen euro . In 2020 zijn er overigens geen afzonderlijke innovatiemiddelen meer, innovatie maakt integraal onderdeel uit van de nieuwe inkoopafspraken.
De kosten voor maatschappelijke opvang zijn in 2019 3,1 miljoen euro hoger uitgevalllen dan begroot. Onder andere door toenemende dakloosheid en de kosten voor de transformatie naar 24-uursopvang.
Op het budget vreemdelingen resteert 1,2 miljoen euro. Dit is het gevolg van een overschot op de incidentele middelen die zijn ontvangen voor de driejarige pilot Landelijke Vreemdelinge Voorziening (LVV), deze pilot loopt nog door tot aan 2022.
Jeugd
Op het programma Jeugd is een voordelig resultaat van 5,354 miljoen euro.
Bij de meicirculaire 2019 heeft het Rijk incidentele middelen beschikbaar gesteld voor Jeugdhulp voor de jaren 2019 tot en met 2021. Voor 2019 ging het om 7,787 miljoen euro. We hebben er voor gekozen om de incidentele middelen de komende jaren vooral in te zetten voor twee hoofddoelen, namelijk het ‘Versterken van de beweging naar voren’ en de ‘Transformatie Utrechtse zorglandschap en soepele overgang naar 2020’. Door het laat beschikbaar komen van de middelen en het zorgvuldig opstellen van een plan voor de inzet van de middelen is de inzet op deze doelen in 2019 beperkt geweest.
Ook in 2019 hebben we scherp aan de wind gevaren. We zagen echter gedurende het jaar dat de zorgvraag hoog bleef en dat aanbieders onvoldoende ruimte hadden om zorg te bieden aan nieuwe cliënten. We hebben hier oplossingen voor gezocht via de cpa/maatwerkroute, aanvullende financiering voor nieuwe instroom bij Ggz-aanbieders die ook voldoende capaciteit hadden en maatwerkoplossingen. Een deel van de incidentele middelen hebben we in 2019 in moeten zetten om de hogere zorgkosten te kunnen dekken.
Volksgezondheid
Het resultaat op het programma Volksgezondheid bedraagt 0,557 miljoen euro positief. De oorzaak van dit verschil ligt voor circa 50% in opgelegde boetes Wet Kinderopvang.
Veiligheid
Het programma Veiligheid laat in 2019 een nadelig resultaat zien van 0,853 miljoen euro.
Het resultaat 2019 bestaat uit een incidenteel baten voordeel van 0,048 miljoen euro en een incidenteel lasten nadeel van 0,901 miljoen euro.
Het incidenteel lasten nadeel bedraagt het 0,901 miljoen euro.
- De nafase van het schietincident heeft geleidt tot een incidentele last van 0,790 miljoen euro. De raad heeft hiermee ingestemd bij de tweede Berap 2019. De nafase krijgt vervolg in 2020.
- De toegekende middelen vanuit de NCTV zijn opgenomen in de decembercirculaire 2019 en derhalve niet tijdig toegekend aan het programma Veiligheid. De bijbehorende incidentele bate wordt centraal verantwoord en niet betrokken in het resultaat van het programma Veiligheid. De lasten van 0,797 miljoen euro zijn wel betrokken in het resultaat van het programma Veiligheid (zie prestatiedoelstelling 2.1). Daarnaast is er sprake van enkele budgettaire voordelen van 0,686 miljoen euro (onder andere VRU, beheerkosten cameratoezicht en Wijkveiligheidsbudget). Deze incidentele last gecumuleerd met de incidentele budgettaire voordelen resulteert in een incidenteel nadelig resultaat van 0,111 miljoen euro.
Cultuur
Het programma Cultuur sluit onder aan de streep af met een positief resultaat van 0,2 miljoen euro. Dit resultaat is gerelateerd aan een incidentele vrijval van de reserve ‘Fonds Broedplaatsen’ van 0,2 miljoen euro die ten gunste is gevallen van de algemene middelen van de Gemeente Utrecht.
Sport
Het programma Sport heeft een voordelig saldo op de baten en lasten van 1,061 miljoen euro.
- Bij de sportaccommodaties is er een voordelig saldo op de baten en lasten van 0,683 miljoen euro. Met ingang van 1 januari 2019 is de btw op de kosten en investeringen niet meer aftrekbaar. Tegenover deze extra lasten staat een Specifieke Uitkering Stimulering Sport (SPUK). In de actuele Begroting 2019 is ten onrechte de verwachte SPUK verwerkt, waardoor zowel de baten als lasten 2,124 miljoen euro te hoog zijn vastgesteld. Na deze correctie is het resultaat op de baten 2,026 positief en op de lasten 1,402 negatief. De onttrekking reserve blijft 0,059 miljoen hoger dan begroot.
Een verhoogde verhuurcapaciteit van de kunstgrasvelden, een hoger bezettingsgraad van de binnenaccommodaties en meer omzet van het aantal abonnementen en losse verkoop in de zwembaden heeft tot een toename van de baten met 0,985 miljoen euro geleid. Door de nieuwe btw-regelgeving is de afdracht van 6% niet meer van toepassing, waardoor een incidenteel voordeel ontstaat van 0,487 miljoen euro. Door een aangepaste verdeling SPUK over de verschillende afdelingen ontstaat een incidenteel voordeel van 0,292 miljoen euro, doordat er onder de lasten meer btw gerelateerde lasten zijn dan begroot. Nieuwe huurcontracten en verkoop van roerende zaken heeft tot een toename geleid van 0,262 miljoen euro.
Door intensief gebruik van de accommodaties stijgen de exploitatielasten en de lasten van gebruikersonderhoud met 0,857 miljoen euro. Verder laten de lasten van de accommodaties een nadeel zien van 0,545 miljoen euro door onder andere voorbereidingskosten voor toekomstige projecten, tijdelijke huisvestingslasten en onderzoeks- en advieskosten.
- Bij sportstimuleren is er een voordelig resultaat op de lasten van 0,360 miljoen euro. De rijksmiddelen voor het Utrechts Sportakkoord krijgen voor een deel pas in 2020 hun bestemming en zijn de middelen voor 'Impuls sportclubs Utrechts Sportakkoord' voor de jaren 2020 en 2021 ten onrechte in de begroting van 2019 opgenomen.
- Verder laat Topsport en Sportevenementen een voordeel zien op de baten en lasten van 0,018 miljoen euro.
Utrechts Vastgoed
Het resultaat van het programma Utrechts Vastgoed bedraag 2,437 miljoen euro negatief. Dit resultaat wordt voor het grootse deel veroorzaakt door:
- 1,66 miljoen euro lagere baten door boekhoudkundige fout zoals gemeld in de raadsbrief van februari 2020.
- 0,8 miljoen euro leegstand in verschillende portefeuilles.
- 0,115 miljoen euro hogere lasten voor de tijdelijke huisvestingskosten bij de verbouwing van het stadhuis.
- 1,500 miljoen euro hogere apparaatskosten.
- Voor de verbouwing aan de Keulsekade is een bedrag van 1,6 miljoen vanuit programma MO ontvangen. Bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen stellen wij voor dit in de vaste activa te storten om de kapitaallasten van de investering te dekken.
- Het restant bestaat diverse posten.
Algemene Middelen
Het voordelig resultaat op de algemene middelen bedraagt 4,108 miljoen euro. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door:
- Meer OZB-inkomsten wegens een hoger areaal: 6,730 miljoen euro
- Meer toeristen, precario- en hondenbelasting: 0,653 miljoen euro
- Meer ontvangen dividend: 1,132 miljoen euro
- Minder algemene uitkering gemeentefonds door lager accres: -4,207 miljoen euro
- Verschillen op stelposten (nadelig): -0,200 miljoen euro. Dit is inclusief 0,25 miljoen voor VPB.
x € 1.000 | |||||||
Actuele | Realisatie 2018 | Nominale | Actuele | Realisatie 2019 | Verschil | Actuele | |
Baten | |||||||
Langlopende geldleningen | 660 | 4.132 | 545 | 545 | 2.417 | 1.872 | 430 |
Dividenden | 2.796 | 2.938 | 1.296 | 1.346 | 2.478 | 1.132 | 1.346 |
Onroerendezaakbelasting | 97.997 | 97.832 | 102.027 | 99.927 | 108.266 | 8.339 | 99.865 |
Precario-, toeristen- en hondenbelasting | 4.115 | 4.122 | 4.752 | 4.626 | 5.309 | 683 | 4.626 |
Uitkering gemeentefonds | 695.006 | 687.970 | 708.157 | 749.446 | 743.239 | -6.207 | 773.060 |
Algemene stelposten | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.492 | 1.492 | 0 |
Totaal Baten | 800.574 | 796.993 | 816.777 | 855.890 | 863.201 | 7.311 | 879.327 |
Lasten | |||||||
Langlopende geldleningen | -2.536 | 474 | -3.735 | -3.021 | -876 | -2.144 | -3.816 |
Budgetstructuur Leidsche Rijn | -3.128 | 0 | -1.063 | -2.643 | 0 | -2.643 | -1.610 |
Onroerendezaakbelasting | 5.250 | 5.495 | 5.245 | 5.285 | 6.895 | -1.609 | 5.367 |
Precario-, toeristen- en hondenbelasting | 282 | 315 | 283 | 285 | 315 | -30 | 290 |
Algemene stelposten | 4.633 | 280 | 3.883 | 1.315 | 250 | 1.065 | 3.505 |
Onvoorzien | 159 | 2 | 159 | 159 | 0 | 159 | 159 |
Uitkering gemeentefonds | 0 | 0 | 0 | 0 | -2.000 | 2.000 | 0 |
Totaal Lasten | 4.659 | 6.566 | 4.773 | 1.380 | 4.583 | -3.203 | 3.896 |
Saldo baten en lasten | 795.915 | 790.427 | 812.004 | 854.510 | 858.618 | 4.108 | 875.431 |
Mutaties reserves | |||||||
Toevoeging reserves | 28.274 | 28.274 | 17.824 | 43.806 | 43.806 | 0 | 16.873 |
Onttrekking reserves | 45.721 | 45.721 | 48.185 | 47.995 | 47.995 | 0 | 64.900 |
Saldo na mutaties reserves | 813.362 | 807.875 | 842.365 | 858.699 | 862.807 | 4.108 | 923.458 |
Overhead
Het negatieve resultaat van het programma Overhead bedraagt 0,593 miljoen euro. De belangrijkste oorzaken voor dit resultaat zijn als volgt:
- Een nadeel van 0,212 miljoen euro door de transitie en uitbreiding van de ICT programma’s in 2019. Deze afwijking is niet gemeld bij de tweede Bestuursrapportage omdat het saldo gedekt wordt uit de ICT- reserve.
- Een nadeel van 0,33 miljoen euro vanwege tijdelijke overbezetting op de bestuursadviseurs en externe inhuur bij de bestuursassistenten in verband met ziektevervanging bij Advies en Dienstverlening.
- Een incidenteel nadeel op het budget van Interne Bedrijven van 0,3 miljoen euro omdat de groei van de organisatie in 2019 meer vergt van de overhead dan er in 2019 aan budget beschikbaar is gesteld. Vanaf 2020 is dit tekort weggewerkt.
- Nadeel van 0,4 miljoen euro door extra inhuur vanwege ziekteverzuim.
- Voordeel van 0,658 miljoen euro door incidentele vrijval uit voorziening frictiekosten.
- Het resterende nadeel opgebouwd uit diverse incidentele posten.