Jaarstukken 2019

Overhead

Inleiding

Wat heeft dat gekost?

x € 1.000

Actuele
begroting
2018

Realisatie 2018

Nominale
begroting 2019

Actuele
begroting 2019

Realisatie 2019

Verschil
actueel/
realisatie

Actuele
begroting 2020

Baten

HRM, Facilitair

3.068

3.672

1.925

2.148

3.212

1.064

2.062

Advies en ondersteuning

426

800

439

350

403

53

492

F&C, JZ, Inkoop

187

576

211

187

418

231

204

Informatie – en procesmanagement

872

1.101

898

898

1.000

102

928

Overhead organisaties

787

2.891

2.209

507

2.508

2.001

509

Totaal Baten

5.341

9.039

5.682

4.090

7.541

3.451

4.195

Lasten

Overhead organisaties

42.256

44.874

45.064

45.460

48.360

-2.900

44.470

Ten behoeve van Raad

0

0

0

0

0

0

0

Advies en ondersteuning

14.291

14.397

15.914

14.875

15.661

-786

15.664

Informatie – en procesmanagement

42.562

47.439

42.028

45.185

47.345

-2.160

48.976

F&C, JZ, Inkoop

13.848

14.803

13.794

13.262

13.229

33

13.664

HRM, Facilitair

40.155

40.651

37.797

41.790

42.690

-900

41.175

Totaal Lasten

153.112

162.164

154.597

160.572

167.285

-6.713

163.949

Saldo baten en lasten

-147.771

-153.125

-148.915

-156.482

-159.744

-3.263

-159.754

Mutaties reserves

Toevoeging reserves

983

983

0

623

623

0

0

Onttrekking reserves

1.255

3.878

106

1.110

3.779

2.669

124

Saldo na mutaties reserves

-147.499

-150.230

-148.809

-155.995

-156.588

-593

-159.630

Financiële toelichting
Hierna lichten wij per onderdeel de belangrijkste financiële ontwikkelingen toe.

Algemeen
Hieronder worden toelichtingen gegeven op de vraag ‘wat heeft het gekost’ op verschillende bedrijfsvoering onderdelen, waar de inhoudelijke toelichting van de doelstellingen en wat er inhoudelijk is gedaan beschreven staat onder Paragraaf Bedrijfsvoering.

Overhead organisaties
Het onderdeel Overhead Organisaties bevat de lasten en de baten van de decentrale overhead bij de organisatieonderdelen. De baten zijn 2,001 miljoen euro hoger dan begroot.
Dit wordt voor 1,553 miljoen euro veroorzaakt door onder andere de administratieve toerekening van de afdelingskostenplaatsen van de verschillende organisatieonderdelen aan de gemeentelijke programma's. Hier staat een even grote post aan de lastenkant tegenover.

  • Bij Ruimte is deze 0,531 miljoen euro.
  • Bij Maatschappelijke Ontwikkeling is er sprake van niet begrote lasten en baten voor automatisering (VDI-ict omgeving)van 0,425 miljoen euro en daarnaast zijn er inkomsten ter dekking van personeelslasten die doorberekend worden naar regio, in verband met bovenregionale inzet van 0,09 miljoen euro. Dit levert een klein positief saldo van 0,09 miljoen euro op.

De rest van het positieve resultaat op de baten van 0,448 miljoen euro is toe te schrijven aan:

  • Werk- en Inkomen voor 0,279 miljoen euro. Dit saldo is grotendeels toe te wijzen aan de kosten inhuur automatisering die kunnen worden doorbelast naar de G4.
  • De overige organisatieonderdelen voor een bedrag van 0,169 miljoen euro.

De lasten overstijgen de actuele begroting met 2,9 miljoen euro. Dit verschil is voor 1,553 miljoen euro toe te schrijven aan bovengenoemde doorbelasting aan de programma's.

Het resterende verschil van 1,347 miljoen euro wordt veroorzaakt door:

  • Bij Werk- en Inkomen zijn de lasten 1,112 miljoen euro hoger dan begroot. De lasten zijn 0,874 miljoen euro hoger dan begroot in verband met activering van automatiseringskosten, hier staat een (niet begrote) onttrekking aan de vaste activareserve tegenover. De overige 0,237 miljoen aan lasten zijn verdeeld over de verschillende units van Werk- en Inkomen.
  • Een verzameling van diverse overschrijdingen rondom Overhead bij de organisatieonderdelen Wijken, Veiligheid en VTH voor 0,480 miljoen euro.
  • Diverse incidentele voordelen bij verschillende organisatieonderdelen voor 0,245 miljoen euro.

Advies en Ondersteuning
De baten van het onderdeel Advies en Ondersteuning zijn 0,053 miljoen euro hoger dan begroot door incidentele meevallers.

Het negatieve saldo op de lasten van 0,786 miljoen euro is samengesteld uit de volgende posten:

  • Een nadeel van 0,335 miljoen euro op de personeelsbudgetten van Bestuursondersteuning vanwege tijdelijke overbezetting op de bestuursadviseurs en externe inhuur bij de bestuursassistenten in verband met ziektevervanging.
  • Een incidenteel nadeel op het budget van Interne Bedrijven van 0,3 miljoen euro omdat de groei van de organisatie in 2019 meer vergt van de overhead dan er in 2019 aan budget beschikbaar is gesteld. Vanaf 2020 is dit tekort weggewerkt.
  • Een nadeel van 0,150 miljoen euro vanwege extra inhuur vanwege ziekte.
  • Een incidenteel voordeel van 0,001 miljoen euro.

Informatie- en procesmanagement
De baten van onderdeel Informatie- en Procesmanagement zijn 0,102 miljoen euro hoger dan begroot door hogere baten uit externe dienstverlening. Dit betreft incidentele inkomsten die niet zijn begroot.

Het negatieve saldo op de lasten van 2,160 miljoen euro is samengesteld uit de volgende posten:
Naast de continuering van de programma’s die in 2018 geformuleerd en gestart zijn heeft de transitie een beslag gelegd op de werkzaamheden en uitgaven in 2019. Daarnaast hebben de thema’s Architectuur, Herijking Zaakgericht werken en Digitaal toegangsbeheer tot uitbreiding van de werkzaamheden geleid.
De uitgaven kwamen hierdoor in 2019 uit op 1,963 miljoen euro hoger.

Niet begrote kosten met een omvang van 1,860 miljoen euro zijn toe te schrijven aan afschrijvingskosten van reeds afgeronde investeringen uit het ICT-investeringsprogramma. Deze worden gedekt door een even grote onttrekking aan de Vaste Activa Reserve van het ICT Investeringsprogramma. Deze dekking was niet opgenomen in de begroting omdat de omvang vooraf nog niet bekend was.

Uiteindelijk heeft dit geleid tot een overschrijding van 0,197 miljoen euro op de exploitatiebudgetten. Deze overschrijding kan via een dekkingsvoorstel ten laste van de ICT-reserve gebracht worden, die is ingesteld om dit soort schommelingen op te vangen.

F&C, JZ en Inkoop
De baten van het onderdeel F&C, JZ en Inkoop zijn 0,231 miljoen euro hoger dan begroot. Dit is toe te schrijven aan:

  • Voordeel op (incidentele) inkomsten uit renteopbrengsten van 0,08 miljoen euro
  • Tijdelijke detacheringen levert een voordeel op van 0,05 miljoen euro die niet zijn begroot.
  • Het restant is toe te wijzen aan diverse incidentele voordelen.

Het saldo op de lasten is 0,033 miljoen euro positief.

HRM, Facilitaire Zaken
De baten van het onderdeel HRM en Facilitaire Zaken zijn 1,064 miljoen euro hoger dan begroot. Dit is toe te schrijven aan:

  • Voordeel van 0,658 miljoen euro door incidentele vrijval uit voorziening frictiekosten.
  • Voordeel van 0,406 miljoen euro door hogere baten uit externe dienstverlening. Dit betreffen incidentele inkomsten die niet zijn begroot.

De lasten zijn 0,900 miljoen euro hoger dan begroot. Het saldo op de lasten is samengesteld uit de volgende posten:

  • Nadeel van 0,200 miljoen euro op de energielasten. De verwachting was dat de verwachte stijging binnen de begroting kon worden opgevangen. Achteraf bleek dit niet het geval te zijn.
  • Een nadeel van 0,250 miljoen euro op de personele budgetten van Facilitaire zaken. Vanwege een hoog ziekteverzuim op cruciale functies is er meer ingehuurd dan verwacht.
  • Een nadeel van 0,250 miljoen euro vanwege extra inzet op de inhuizing van het gerenoveerde Stadhuis.
  • Hogere kosten op externe dienstverlening van 0,406 miljoen euro dan begroot. Tegenover deze hogere lasten staat een voordeel op de baten.
  • Diverse incidentele nadelen van 0,206 miljoen euro.

Voordeel op drie HRM-projecten (Normalisatie Rechtspostie Ambtenaren, Banenafspraak en Arbobeleid). Er is 0,412 miljoen euro minder uitgegeven dan begroot. Deze projecten lopen door in 2020 en we brengen een bestedingsvoorstel in om deze middelen beschikbaar te stellen in 2020.

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 05/12/2020 12:37:39 met de export van 05/04/2020 12:44:28