Effectdoelstelling
E2.1.1 Utrechtse bijstandsgerechtigden werken of participeren naar vermogen in samenwerking met het bedrijfsleven
We hebben de opgave om mensen met een bijstandsuitkering, ook degene met een arbeidshandicap of ondersteuning vanuit de Bbz (Besluit Bijstand Zelfstandigen) te laten werken naar vermogen. In 2017 is de doelstelling uitstroom naar werk in twee stappen verhoogd: eerst van 1.000 naar 1.200 en vervolgens naar de huidige doelstelling van 1.450 (naar aanleiding van overgenomen Motie 2017/11). In 2019 was uitstroom uit de bijstand naar werk lager dan de doelstelling, namelijk 1.146.
Tegelijkertijd hebben we onze doelstelling om onder de prognose van 9.400 uitkeringen te blijven wel gehaald.
Sinds de doelstelling van 1.450 is ingevoerd, is het totale bijstandsbestand fors afgenomen en is de bestandsopbouw gewijzigd. Het aantal Utrechters in arrangement 1, die het meest kansrijk zijn om werk te vinden, is afgenomen (begin 2017: 2.724; begin 2018: 2.450; begin 2019: 1.905; begin 2020 1.682). Door de verkleining en verzwaring van het bijstandsbestand is de doelstelling steeds ambitieuzer geworden.
Naast volledige uitstroom uit de uitkering met als reden werk, zijn er ook mensen die deeltijd aan het
werk zijn en een aanvulling krijgen vanuit de Participatiewet. Dit is geen onderdeel van de effectindicator uitstroom werk. Ook zijn mensen uitgestroomd uit de uitkering naar zelfstandig ondernemerschap onder andere vanuit de regeling part time ondernemerschap. In 2019 zijn verder 137 jongeren gestart met een opleiding en daarmee uitgestroomd uit de Participatiewet.